De markt voor interne social media-platformen is groot en onoverzichtelijk. Bepalen welk platform het beste aansluit bij je organisatie en organisatiedoelen is mede daardoor geen kleine opgave. Het kan bovendien zomaar voorkomen dat die keus door iemand anders voor je wordt gemaakt. Elke medewerker kan immers een Facebook-groep starten of een Yammer opzetten. Dat is eenvoudig om te doen en het kost niets.
Mede door Yammers businessmodel – en inmiddels natuurlijk ook door de overname door Microsoft – is het waarschijnlijk het bekendste interne social media-platform van Nederland. Onder de deelnemers van ons interne social media-onderzoek is Yammer in ieder geval het meest voorkomende platform: van de deelnemers met interne social media maakt zo’n 73 procent gebruik van Yammer.
Dat bijna driekwart van de organisaties Yammer gebruikt betekent overigens niet dat Yammer het meest succesvolle platform is. Zo geven sommige organisaties aan dat Yammer maar weinig wordt gebruikt, of slechts wordt getolereerd. In hoeverre een platform een succes is voor een organisatie nemen we in dit blog echter niet mee. Ook voor Microsoft betekent deze eerste plaats niet per definitie een succes: minder dan één op de zes organisaties met Yammer betaalt voor het gebruik ervan.
Na Yammer komt er heel lang niets en dan een ander Microsoft-product: Sharepoint. Twintig procent van de deelnemers met interne social media heeft aangegeven Sharepoint hiervoor te gebruiken. Die twintig procent is verdeeld in bijna 8,5 procent voor SP2010 met een social suite, ruim tien procent voor SP2013 en ruim 1,5 procent voor SP Online. Let wel: in onze ervaring is Sharepoint-gebruik aanzienlijk groter bij Nederlandse organisaties, maar het betreft hier enkel organisaties die aangeven het platform te gebruiken voor interne social media.
Facebook, LinkedIn, Google+
Opvallend is dat bij veel organisaties ook de “traditionele” social media worden ingezet voor interne communicatie. Negentien procent van de organisaties met interne social media zegt LinkedIn en Facebook te gebruiken. Maar waar Yammer vaak organisatiebreed wordt ingezet, zijn Facebook en LinkedIn doorgaans decentrale initiatieven. Denk aan LinkedIn voor een projectteam dat samenwerkt met externen en Facebook voor een hardloopgroep. Uit onze cijfers blijkt dan ook dat beide sociale netwerken praktisch nooit als enige interne platform in een organisatie bestaan.
Google+ blijft ook als intern sociaal platform achter bij Facebook en LinkedIn; zeven procent van organisaties met interne social gebruikt Google+. De verwachting is dat dat in de nabije toekomst wel eens kan gaan veranderen. Google heeft zijn pijlen al langer gericht staan op de zakelijke gebruiker en ook Google+ is onderdeel van die visie. Op dit moment zien daar echter nog weinig van terug. Ook voor Google’s platform geldt dat geen enkele deelnemer het als enige interne sociale platform inzet.
Meerdere platformen
Een ander opvallend gegeven is dat veel organisaties meerdere sociale platformen intern gebruiken. Van de deelnemers heeft de helft twee of meer platformen. 8,5% van de organisaties heeft er zelfs vier of vijf. De keuze voor meerdere platformen is zelden een strategische. In veel gevallen komt dit doordat groepen medewerkers zelf met iets zijn gestart – misschien al voordat er vanuit de organisatie iets werd aangeboden. Hoewel het verder onderzoek behoeft, kan dit een indicatie zijn dat er binnen organisaties vaak wel degelijk behoefte is aan een intern social media-platform, terwijl de organisatie zelf daar misschien nog anders over denkt.